Marleen van der Mast

In memoriam Marleen van der Mast

Op vrijdag 19 mei is Marleen van der Mast, mede-oprichtster en bestuurslid van het Odensehuis overleden. Marleen heeft veel voor het Odensehuis betekend. Op haar afscheid op zaterdag 27 mei sprak Felix Rottenberg, voorzitter van het bestuur van het Odensehuis.

“Zonder Marleen, lieve-goede familie, zonder Marleen, beste vrienden en collega’s, zonder Marleen had het unieke Amsterdamse Odensehuis niet bestaan.

Toen ons vorige week het o-zo droevige bericht bereikte dat Marleen het toch niet had gehaald, dacht ik meteen: Marleen was een visionair zonder fratsen of dure woorden.

Zij trotseerde wind en regen als er hindernissen moesten worden overwonnen. Maar ook letterlijk: voor vergaderingen voor de Odense-Alliantie fietsen we vaak samen op, ik kon dan klagen over wind tegen, Marleen had haar cape en innemende lach met mooie blauwe ogen. ‘Kom op’, zei ze dan.

Het Odensehuis is een ontmoetingsplek voor mensen met dementie en geheugenproblemen, hun familie en mantelzorgers. Het ligt aan het einde van een doodlopend straatje, de Hygieastraat in Amsterdam Oud Zuid, aan de rustige kant van het Olympiaplein.

Iedere dag komen gemiddeld 25 mensen, (bijna 150 bezoeken per week) gebruik maken van het Odensehuis en de activiteiten, onder leiding van twee en een halve beroepskracht en tientallen vrijwilligers. Er is een koor, een schilderclub, er wordt gekookt, gewandeld, film gekeken, getuinierd, reisjes gemaakt,er is een band en een lotgenotengroep voor mantelzorgers.

Als ik voor een bestuursvergadering aan het einde van de middag binnenloop, heb ik nooit het idee in een fröbel club te zijn, het is er opgeruimd, het ruikt lekker, iedereen is vrolijk en voelt zich thuis.

Terugkijkend is het in razend tempo tot stand gekomen.

14 jaar geleden vond er een bijeenkomst plaats in de Zuiderkerk, op initiatief van de alzheimer verpleegkundige van het VU Medisch Centrum Freek Gillissen, en Marleen, een symposium waar mensen die betrokken waren bij dagopvang van dementie patienten met elkaar in gesprek gingen over een nieuwe praktijk : de formele dagopvang voldeed niet, gaf geen ruimte aan de initiatieven van partners en patiënten zelf. De opkomst was enorm: uit het hele land waren 300 mensen gekomen, van Sittard tot Dokkum

Ideeën en plannen borrelden op, zo ontstond de Zuiderkerk gemeenschap.

Marleen was namens Agis, de Amsterdamse ziektekostenverzekeraar één van de trekkers. Velen herinneren zich nog wel dat Agis toen een maatschappelijke organisatie was waar persoonlijkheden als Marleen konden werken aan de vernieuwing van zorg, aan kleinschalige voorzieningen en experimenten. Het is een drama geweest, ook voor Marleen, dat Agis op ging in Achmea een bureaucratisch moloch, maar net op tijd kon Marleen, na een studiereis naar Odense in Denemarken waar zo’n informeel centrum sinds 2000 functioneerde, alle lijnen uitzetten om een Odensehuis in Amsterdam mogelijk te maken.

Marleen was overtuigend en wist altijd zonder jargon het belang van het Odense denken uit een zetten, ze kende overal bondgenoten. Vrienden, collega’s met dezelfde visie als Welmoet Spreij en Wouter Hogervorst.

Het was niet simpel om om de financiering rond te krijgen. De eerste paar jaar waren er oprichtingssubsidies, maar dat houdt op, hoe vernieuwend Odense ook was, fondsen denken niet in termijnen van tien jaar.

Het werd reusachtig spannend, de Wet Maatschappelijke Ondersteuning liet nog op zich wachten.

Als een schaker bedacht Marleen een plan, ik herinner me nog de vergadering waar ze het uitlegde. ‘Weet je’, zei ze dan, ‘we gaan proberen, voor de volgende gedachte steun te krijgen…’

En dat lukte, omdat bij zorgaanbieders als Amstelring goede mensen zaten als Harry Moeskops, die de financieringsideeën van Marleen knap bedacht vond en alles deed om de uitvoering daarvan mogelijk te maken.

En dat was haar grote kracht: Marleen creëerde een constructie waar iedereen zich in kon herkennen, dat getuigt van grote klasse. Ze was verre van ijdel, ‘succes is een som die je met iedereen moet delen’, zei ze me vaak met een knipoog.

Marleen kon iedereen vertrouwen geven, weerstand breken, een beetje druk opvoeren, kritisch was ze ook, met duidelijke opvattingen, geen allemans vriendin, maar ook een binder.

Toen ik een paar weken geleden bij haar op bezoek was in het ziekenhuis, raakte mij dat diep. Ze was nog steeds de realist en optimist zoals ik haar van Odense kende.

Marleen had een zware strijd achter de rug en nog een zware strijd te klaren. Ze was moe, dus anders dan voorheen moest ik nu het gesprek een beetje op gang houden, maar we hebben alles besproken, van Groen Links en regeren, de zorg, Trump, de Franse verkiezingen en haar revalidatieplannen.

Marleen zal de laatste zijn die wil dat we de Hygieastraat omdopen in de Marleen van der Maststraat.
‘Hou op met die flauwekul’, hoor je haar zeggen.

Het hoeft ook niet, want we vergeten haar nooit, als we nu dat straatje inlopen, denken we aan Marleen, die aan komt met fietsen met haar cape, met Loetje in de mand, met haar prachtige ogen.

Marleen was een geweldige vrouw ~ een vrouw met grote verdiensten.”

Felix Rottenberg